In het tweede blok van MKE 1 (studiejaar 2015-2016) kregen we binnen verschillende werkgroepen de opdracht om een beleidsplan te schrijven voor een culturele organisatie in Limburg. De vraag hierbij was wat de functie en verantwoordelijkheid kan zijn van deze culturele organisatie bij vluchtelingenopvang en wat hun visie hierop is. Mijn werkgroep (medestudenten Ilse, Mary en Merel en ik) schreef een beleidsplan voor het Bonnefantenmuseum te Maastricht.
Wij hebben onszelf de volgende vraag gesteld: Wat kan de functie en verantwoordelijkheid zijn van het Bonnefantenmuseum bij vluchtelingenopvang in Limburg en wat is de eigen visie van de museumorganisatie hierop? Het beleidsplan is geschreven en gepresenteerd in de periode: december 2015 t/m februari 2016. We hebben ons gebaseerd op verschillende gemaakte scans, jaarverslag en website van het Bonnefantenmuseum, relevante literatuur en de gesprekken die we hebben gevoerd met (onder meer) enkele vertegenwoordigers van het museum, Vluchtelingenwerk Limburg en enkele vertegenwoordigers vanuit het onderwijs. De uitwerking kent drie onderdelen: 1. Het Bonnefantenmuseum als kosmopolitische ontmoetingsplaats 2. Het Bonnefantenmuseum als culturele werkervaringsplaats 3. Het Bonnefantenmuseum als onderwijspartner: kunst en cultuur voor de Internationale SchakelKlas
Als voorbeeldfilmpje bij een wervingscampagne, maakten we bijgaande video (NB: alleen gemaakt voor studiedoeleinden).
KLEVENDE LIEFDE
Ook werd ons de opdracht gegeven om binnen de eigen werksituatie na te gaan wat de verantwoordelijkheid kan zijn van jouw organisatie bij vluchtelingenopvang en wat de visie van de organisatie hierop is. In mijn geval, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, ging het er om welke verbinding zou kunnen worden gelegd tussen het erfgoed van Zeeland en de komst van nieuwkomers, bijvoorbeeld de vluchtelingen in het AZC in Middelburg. In een van de gesprekken die ik hierover had met medewerkers van de SCEZ, kwam het trefwoord 'verrijking' naar voren. De vluchtelingen vormen een verrijking voor de cultuur in Nederland. Dat is door de eeuwen heen altijd zo geweest.
Ik bedacht mij dat de de rol voor de SCEZ niet zozeer zou moeten zijn om de vluchtelingen iets te vertellen over Zeeland, maar Zeeland iets over vluchtelingen. En ik wist direct wat hierbij het te gebruiken icoon zou moeten zijn: de bolus. Dat is dé lekkernij van Zeeland en staat nummer 1 in de Top van Zeeuwse streekgerechten. De bolus is echter van oorsprong helemaal niet Zeeuws. Deze is aan het einde van de 16de eeuw door Sefardisch-Joodse vluchtelingen in Zeeland geïntroduceerd en heeft zijn wortels in Spanje en Portugal. De naam is afgeleid van bola, dat in het Ladino (de taal van de Sefardische Joden) bal betekent en teruggaat op het Latijnse bolus. In delen van Zeeland heeft de bolus ook nog andere namen, zoals 'jikkemiene'. En bij een dialectverkiezing als mooiste woord kreeg de bolus ooit de naam 'Klevende Liefde' mee. De bolus als klevende liefde, nalatenschap van vluchtelingen 500 jaar geleden, verrijking van de regionale (eet)cultuur en icoon voor de Zeeuwse identiteit.